Introductie
DELA hanteert de onderstaande risicocategorieën die tevens zijn onderkend in Solvency-II. De aanduiding voor de daarbij horende kapitaalseisen zijn tussen haakjes weergegeven:
- Verzekeringstechnisch risico (SCRvt);
- Marktrisico (SCRmarkt);
- Tegenpartij Kredietrisico (SCRtp);
- Liquiditeitsrisico;
- Operationeel risico (SCRop);
- Immateriële vaste activa;
- Strategisch/ Reputatierisico.
Deze risicocategorieën worden hierna verder toegelicht.
Voor de kwantificering van de risico’s wordt het standaardmodel Solvency-II gebruikt. Dit model is passend voor het kwantificeren van de risico’s. Gezien de aard van de verzekeringsportefeuilles bevat het verzekeringstechnisch risico louter het levenrisico.
Identificatie en monitoring van risico’s
De identificatie van risico’s kan plaatsvinden door zowel de 1e lijn als de 2e lijn. De Financial Risk Manager en Operational Risk Manager inventariseren periodiek de risico’s, waarbij ook aandacht wordt besteed aan opkomende risico’s. Onderdeel van de reguliere ORSA is daarnaast de beoordeling en toetsing van het risicoprofiel alsmede de beoordeling van de passendheid van het standaardmodel.
Risicobereidheid
De risicobereidheid is gebaseerd op de vastgestelde bedrijfsdoelstellingen en de draagkracht.
Risicobereidheid is de mate van risico dat DELA, op basis van haar risicoprofiel, wil lopen om de strategische doelen te behalen passend binnen de draagkracht (risicocapaciteit). Naast de te behalen doelen is borging van de continuïteit van de organisatie essentieel. Risicobereidheid bestaat uit kwalitatieve statements en kwantitatieve statements. De risicobereidheid wordt vertaald in risicolimieten en risicotoleranties om continue monitoring mogelijk te maken. In hoofdstuk B.3 is de governance omtrent de risicobereidheid, het risicoprofiel en de risicolimieten en -toleranties toegelicht.
Stresstesten
FRMA stelt jaarlijks de ORSA rapportage op. Daarin worden een aantal stresstesten beschreven die zijn uitgevoerd om de weerbaarheid van de kapitaalpositie te toetsen. De uitgevoerde stresstesten liggen op het terrein van:
- negatieve ontwikkelingen in rente- en inflatiecurves;
- reputatieschade gevolgd door dalende portefeuilles;
- klimaatrisico's.
Uit de testen blijkt dat de solvabiliteitspositie robuust is, maar wel gevoelig is voor rentes van rond 0,25% of lager.
Vereist kapitaal
In de grafiek hieronder is de opbouw van de SCR grafisch weergegeven, waarbij verzekeringstechnisch risico, marktrisico en tegenpartij-kredietrisico bruto worden weergegeven, zonder rekening te houden met het verlies compenserend vermogen van technische voorzieningen. Deze wordt hier separaat getoond.
Duidelijk is dat de verzekeringstechnische risico’s en de marktrisico’s de grootste risico’s zijn. Elk van de risicocategorieën wordt in het vervolg nader toegelicht. Iedere categorie voor zich vormt het 1 in 200 jaar scenario voor de betreffend risicocategorie. In de praktijk zullen deze risico’s zich niet allemaal tegelijkertijd manifesteren. Daarom wordt middels de onder het standaardmodel voorgeschreven correlatiematrix een correctie bepaald: het diversificatie-effect.
Het verlies compenserend vermogen van technische voorzieningen in de vorm van winstdeling (Loss Absorbing Capacity of Technical Provisions = LAC-TP) is een belangrijk middel in het beheersen van de risico’s. Dit wordt in paragraaf C.1 nader toegelicht. DELA stuurt haar risico’s op basis van de vereiste kapitalen na aftrek van deze winstdeling. Het verlies compenserend vermogen van uitgestelde belastingen (Loss Absorbing Capacity of Deferred Taxes = LAC-DT) geeft een afslag op het vereiste kapitaal. De gedachte hierachter is dat een verlies ter grootte van het vereist kapitaal (het 1 in 200 jaar scenario) leidt tot een fiscaal verlies waardoor dit verlies kan worden verrekend met toekomstige winsten. Bedrijfseconomisch gezien houdt dit in dat een gedeelte van het bruto verlies door een verlaging van toekomstige belastingdruk wordt gefinancierd. De Solvency-II-regelgeving stelt strikte eisen aan de onderbouwing van deze LAC-DT. In paragraaf C.7 wordt nader toegelicht hoe DELA hiermee omgaat.
Zowel voor de marktrisico’s als voor de verzekeringstechnische risico’s geldt dat de bruto posities (zonder rekening te houden met de mitigerende werking van de winstdeling) zijn toegenomen als gevolg van groei van de verzekeringsportefeuilles en de belegde vermogens. De hogere bruto SCR wordt grotendeels gecompenseerd door een verbeterde mitigerende werking van de winstdeling. Deze is verbeterd doordat de dekkingsgraad per eind 2023 (219%) minder ver boven de grens van 210% ligt dan per eind 2022 (234%). De grens van 210% is relevant omdat boven deze grens volledige winstdeling wordt gegeven, terwijl onder deze grens sprake is van gedeeltelijke winstdeling. Doordat de dekkingsgraad nu dichter bij deze grens ligt, leiden de Solvency-II schokken in grotere mate tot minder winstdeling en dus is de mitigerende werking van de winstdeling hoger dan in 2022.
In onderstaande grafiek is de opstelling van de netto SCR weergegeven, waarbij in elke risicocategorie het mitigerend effect van de winstdeling is verwerkt. Daarin is zichtbaar dat de netto risico’s per risicocategorie in dezelfde orde van grootte liggen als in 2022.
In C.1 en C.2 staan grafieken met de netto SCR's van verzekeringstechnische risico’s respectievelijk marktrisico’s. In de grafiek hierna staat de opbouw van de SCR van DELA Coöperatie met als startpunt de SCR van DELA Natura.
In vergelijking met de SCR van DELA Natura worden de volgende elementen van de SCR toegevoegd c.q. gewijzigd:
- marktrisico: aandelenrisico gerelateerd aan de deelnemingen binnen DELA Coöperatie;
- marktrisico: vastgoedrisico betreffende de panden van DELA Uitvaartverzorging N.V.;
- het tegenpartij risico is hoger dan dat van DELA Natura;
- diversificatie-effecten.
De LAC-DT wordt alleen voor de verzekeringsentiteit toegepast.
C.1. Verzekeringstechnisch risico
Het verzekeringstechnisch risico is het risico dat de omvang en het tijdstip van uitkeringen niet overeenstemmen met de verwachtingen. De belangrijkste verzekeringstechnische risico's zijn het kortlevenrisico, het onnatuurlijkvervalrisico en het kostenrisico. Wanneer een risico zich manifesteert stemt de werkelijke ontwikkeling van de verzekeringsportefeuille niet overeen met de verwachtingen zoals gehanteerd bij de bepaling van de 'best estimate' voorziening, waardoor deze mogelijk ontoereikend is. Er wordt gebruik gemaakt van risicomitigerende maatregelen om de negatieve effecten op de technische voorzieningen gedeeltelijk te voorkomen dan wel de impact te beperken.
DELA staat alleen bloot aan het levensverzekeringsrisico aangezien het alleen levensverzekeringen voert. De portefeuille bestaat voor een belangrijk deel uit uitvaartverzekeringen. Hierbij worden aparte tarieven voor Nederland, België en Duitsland gebruikt. Deze tarieven zijn gebaseerd op de specifieke kenmerken en uitgangspunten (kosten, vervalpercentages en overlevingstafels) die in het betreffende land passend zijn. Jaarlijks wordt onderzocht of deze uitgangspunten passen bij de ontwikkeling van betreffende portefeuilles. De portefeuilles zijn groot in aantal en omvang. Hierdoor is de kans op schommelingen in de verzekeringstechnische resultaten beperkt.
Naast uitvaartverzekeringen voert DELA in Nederland en Duitsland een tijdelijke overlijdensrisicoverzekering. De verzekerde kapitalen zijn hierbij aanzienlijk hoger dan bij de uitvaartverzekeringen. Voor deze portefeuille wordt gebruik gemaakt van risicomitigerende maatregelen om de volatiliteit van de resultaten te beperken. Dit gebeurt middels herverzekering. Jaarlijks wordt beoordeeld of het gevoerde herverzekeringsbeleid past bij haar risk appetite.
Tot slot voert DELA in Nederland een vermogensopbouwproduct. Het overlijdensrisico in deze portefeuille is beperkt tot 10% van de opgebouwde waarde.
De verzekeringstechnische risico’s van DELA Coöperatie zijn gelijk aan die van DELA Natura.
DELA maakt géén gebruik van Special Purpose Vehicles.
De componenten van het verzekeringstechnisch risico worden hierna toegelicht.
C.1.1. Kortlevenrisico
Het kortlevenrisico is het risico dat er meer overlijdens plaatsvinden dan verwacht wat leidt tot hoger dan verwachte uitkeringen en daardoor tot een daling van het kernvermogen. Bij het kortlevenrisico worden alleen de verzekeringen in aanmerking genomen die aan dit risico blootstaan. Voor DELA is dat vrijwel de gehele verzekeringsportefeuille. Het benodigd kapitaal is gelijk aan de daling van het eigen vermogen als gevolg van een permanente toename van de overlijdenskansen met 15%.
C.1.2. Langlevenrisico
Het langlevenrisico is het risico dat er minder overlijdens plaatsvinden dan verwacht waardoor er juist méér of hogere uitkeringen plaatsvinden wat vervolgens leidt tot een daling van het kernvermogen. Bij langlevenrisico worden alleen de verzekeringen in aanmerking genomen die aan dit risico blootstaan. Het benodigd kapitaal is gelijk aan de daling van het eigen vermogen als gevolg van een permanente daling van de overlijdenskansen met 20%. Bij het vermogensopbouwproduct kan er in beperkte mate sprake zijn van langlevenrisico.
C.1.3. Invaliditeitsrisico
Het invaliditeitsrisico is het risico dat er meer arbeidsongeschiktheid voorkomt dan verwacht. Dit kan het gevolg zijn van een hogere kans op het arbeidsongeschikt worden dan verwacht, maar ook van een lagere revalideringskans. Het benodigd kapitaal is gelijk aan de daling van het eigen vermogen als gevolg van een stijging in de kans op arbeidsongeschikt worden van 35% in het eerstvolgende jaar en 25% in de volgende jaren terwijl de revalideringskansen tegelijkertijd met 20% dalen. DELA kent geen producten die aan het invaliditeitsrisico blootstaan.
C.1.4. Kostenrisico
Het kostenrisico is het risico dat de toekomstige kosten hoger liggen dan verwacht. Het benodigd kapitaal is gelijk aan de daling van het kernvermogen als gevolg van een directe stijging van de kosten van 10% terwijl tegelijkertijd de jaarlijkse kosteninflatie vanaf jaar 1 met 1% stijgt. De gehele technische voorziening is blootgesteld aan het kostenrisico.
C.1.5. Onnatuurlijk vervalrisico
Het onnatuurlijk vervalrisico is het risico dat het onnatuurlijk verval (royement, premievrijmaking & afkoop) afwijkt van de verwachtingen en hierdoor leidt tot een daling van het kernvermogen. Al naar gelang het product kan dat door een lager danwel een hoger dan verwachte onnatuurlijk vervalkans zijn. Het benodigd kapitaal is gelijk aan de grootste daling van het eigen vermogen als gevolg van:
- een stijging van de vervalkansen met 50%;
- een daling van de vervalkansen met 50%;
- een massale afkoop op berekeningsdatum van 40% van de verzekeringen.
Per 31-12-2023 is de massale afkoopschok leidend binnen de portefeuille.
C.1.6. Catastroferisico
Het catastroferisico is het risico dat door een eenmalige stijging van de sterftekansen de uitkeringshoogte stijgt waardoor vervolgens het kernvermogen daalt. Bijvoorbeeld als gevolg van een pandemie. Het benodigd kapitaal is gelijk aan de daling van het kernvermogen als gevolg van een stijging in de sterftekansen in het eerstkomende jaar met 1,5 promille voor die verzekeringen waar een stijging in overlijdenskansen leidt tot verhoging van de technische voorzieningen. Voor DELA is dat van toepassing op de gehele verzekeringsportefeuille.
C.1.7. Herzieningsrisico
Het herzieningsrisico is het risico dat herziening van de uitkeringstermijn/hoogte leidt tot een lager kernvermogen. DELA kent geen verzekeringen die zijn blootgesteld aan het herzieningsrisico.
C.1.8. Diversificatie-effect verzekeringstechnische risico’s
Hierboven staan alle scenario’s benoemd die onder Solvency-II conform het standaardmodel dienen te worden doorgerekend. Ieder voor zich vormen ze het 1 in 200 jaar scenario voor betreffend risico. In de praktijk zullen deze risico’s zich niet allemaal tegelijkertijd manifesteren. Daarom wordt middels de onder het standaardmodel voorgeschreven correlatiematrix een correctie bepaald, het diversificatie-effect.
C.1.9. Verlies compenserend vermogen van de technische voorzieningen
DELA kent voor een groot deel van haar uitvaartverzekeringen een winstdelingsregeling die afhankelijk is van haar actuele economische positie. Deze positie wordt uitgedrukt in de dekkingsgraad: de waarde van de in aanmerking komende beleggingen, uitgedrukt in een percentage van de waarde van de verplichtingen. Deze laatste wordt in dit kader bepaald zonder rekening te houden met toekomstige indexatie, zonder de waarde van opties en exclusief de beleggingskosten die worden gemaakt voor zover deze de kosten van passief beleggingsbeheer overstijgen. De verzekeraar geeft volledige winstdeling indien de gemiddelde dekkingsgraad over het gehele jaar gelijk is aan of boven de 210%. Indien de dekkingsgraad gelijk is aan of beneden de 120% ligt dan is er geen ruimte voor winstdeling. Tussen deze grenswaarden wordt er proportioneel winstdeling toegekend. De winstdeling is van toepassing op de in aanmerking komende uitvaartkostenverzekeringen in de vorm van een beperking van de jaarlijkse premiestijging.
Als één van de schokken zoals genoemd in de voorgaande paragrafen optreedt, heeft dat gevolgen voor de actuele economische positie en daarmee dus op de dekkingsgraad. Dit houdt in dat de mate van winstdeling in een schokscenario zal dalen, waardoor ook de waarde van die winstdeling zal dalen. Met andere woorden, de technische voorziening voor de winstdeling zal in waarde dalen zodra zich een schok voordoet. Hierdoor wordt de negatieve impact van de schok op het kernvermogen deels verkleind. Dit wordt het verlies compenserend vermogen van de technische voorzieningen genoemd.
C.1.10. Risicobeperkende maatregelen
DELA maakt gebruik van risicobeperkende maatregelen om de negatieve gevolgen van afwijkingen ten opzichte van de verwachtingen zoveel mogelijk te beperken. Onder deze maatregelen worden geschaard:
- medische acceptatie: deze is er op gericht om de risico’s op individuele basis goed te prijzen en eventueel risico’s uit te sluiten. Gezien de aard van de aangeboden verzekeringen gaat het hierbij om het beoordelen van de gezondheid van de potentiële verzekerde(n);
- schadeafhandeling: deze is er op gericht de schadeafhandeling soepel, kostenefficiënt en gecontroleerd te laten verlopen. Hierbij wordt standaard gekeken naar de uitkeringsoorzaak en eventueel mogelijke verzwijgingen tijdens de aanvraag;
- herverzekering: dit wordt nader toegelicht in C.3.3;
- kostencontrole / begroting en kostenanalyse: de kosten worden jaarlijks in de begroting op kostenplaatsniveau ingeschat. Op maandbasis worden de actuele kostenontwikkelingen gerapporteerd en vergeleken met de begroting. Verschillen worden geanalyseerd en eventuele bijsturingsmaatregelen worden onderzocht;
- dekkingsgraadafhankelijke winstdeling: zie ook verlies compenserend vermogen van de technische voorzieningen (C.1.9) voor een verdere toelichting;
- de zogenoemde premiemaatregel voor een groot deel van de Nederlandse uitvaartverzekeringen. Als over het voorgaande kalenderjaar de gemiddelde 20-jaars rente lager is dan 1% en bovendien de gemiddelde dekkingsgraad lager dan 120%, wordt automatisch de premie vanaf het eerstvolgende jaar structureel verhoogd met het 125% van het verschil tussen dat 12-maands gemiddelde en 1%. Wanneer de gemiddelde 20-jaars rente lager is dan -1%, wordt de premieverhoging gemaximeerd op 2,5%. Uitzondering daarop is wanneer de gemiddelde dekkingsgraad 110% is of lager, dan geldt nog een additionele premieverhoging. Door de premiemaatregel wordt het effect van een lage rente deels gecompenseerd.
C.1.11. Vereist kapitaal verzekeringstechnische risico’s
Bij de scenarioberekeningen voor het bepalen van het benodigd kapitaal wordt –conform Solvency-II-regelgeving- de wijziging van de risicomarge buiten beschouwing gelaten.
In de onderstaande tabel zijn de verzekeringstechnische risico’s ná herverzekering opgenomen voor zover deze van toepassing zijn. Hierbij zijn 3 kolommen opgenomen te weten “Blootstelling”, “Bruto” en “Netto”. De kolom “Blootstelling” laat zien welk deel van de totale Best Estimate blootstaat aan betreffend risico. Omdat indirect via het verliescompenserende effect van de technische voorzieningen de volledige best estimate gevoelig is voor de schok staat hier steeds de volledige Best Estimate. Assets zijn niet afhankelijk van de verzekeringstechnische schokken.
De kolom “Bruto” laat het vereist kapitaal zien wanneer er géén rekening wordt gehouden met het verliescompenserend- effect van de technische voorzieningen. De kolom “Netto” laat het vereist kapitaal zien waarbij hier wel rekening mee wordt gehouden. In de meest rechtse kolommen zijn de vergelijkende cijfers 2022 weergegeven.
Verzekeringstechnisch risico
Na herverzekering, bedragen x € 1.000
bedragen per 31-12-2023 | bedragen per 31-12-2022 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Blootstelling | Bruto | Netto | Blootstelling | Bruto | Netto | |
Kortlevenrisico | 4.915.595 | 549.168 | 287.960 | 4.441.209 | 488.467 | 293.680 |
Langlevenrisico | 4.915.595 | 4.379 | 4.379 | 4.441.209 | 3.283 | 3.283 |
Onnatuurlijk vervalrisico | 4.915.595 | 438.815 | 361.573 | 4.441.209 | 376.073 | 306.889 |
Kostenrisico | 4.915.595 | 1.115.555 | 318.561 | 4.441.209 | 1.068.259 | 321.739 |
Catastroferisico | 4.915.595 | 94.388 | 65.414 | 4.441.209 | 90.812 | 63.247 |
Diversificatie binnen verzekeringstechnisch risico | -576.006 | -321.641 | -516.450 | -307.916 | ||
SCR verzekeringstechnisch risico | 1.626.298 | 716.244 | 1.510.445 | 680.922 |
De blootstelling aan verzekeringstechnische risico’s, ofwel de technische voorziening, is toegenomen. Dat is het gevolg van de groeiende verzekeringsportefeuilles, alsmede van de gedaalde rente in 2023 waardoor de contante waarde van de toekomstige verplichtingen hoger is geworden. In lijn daarmee zijn de bruto verzekeringstechnische risico’s gestegen.
Het verlies compenserend vermogen van technische voorzieningen heeft een dempend effect op het vereiste kapitaal. Dat is vooral zichtbaar bij het kostenscenario en in mindere mate bij het kortlevenscenario. Dat komt doordat het structureel stijgen van de kosten/overlijdensuitkeringen in belangrijke mate wordt gecompenseerd door lagere winstdeling.
De mitigerende werking van de winstdeling (LAC TP) is toegenomen doordat de dekkingsgraad daalde en minder ver boven de grens van 210% ligt. Hierdoor nam het netto verzekeringstechnisch risico slechts beperkt toe.
In de onderstaande grafiek is de opbouw van het netto verzekeringstechnisch risico grafisch weergegeven.
C.2. Marktrisico
Het marktrisico is het risico op mogelijke verliezen door ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten. De waarde van de beleggingen en de waarde van de verplichtingen hangen af van de ontwikkelingen op de financiële markten, de samenstelling van de beleggingsportefeuille en de kenmerken van de verzekeringsverplichtingen.
DELA hanteert met betrekking tot haar beleggingsbeleid het prudent person principe. In paragraaf D staan op de activazijde van de balans de beleggingen waarop dit van toepassing is. Periodiek wordt een ALM-studie uitgevoerd. Dat kan een volledige ALM-studie zijn of een gericht onderzoek op basis van een specifieke vraagstelling. De ALM-studie vormt de basis voor de strategische assetmix waar wij op termijn naar toe willen groeien. Tevens levert de ALM-studie waardevolle input voor de evaluatie van de risicobereidheid.
De componenten van het marktrisico worden hierna toegelicht.
C.2.1. Renterisico
Het renterisico is het risico dat de rentetermijnstructuur wijzigt. Dit heeft zowel gevolgen voor de waardering van de rentedragende assets als voor de waardering van de technische voorzieningen. Deze waarderingseffecten hebben effect op het kernvermogen. Om het benodigd kapitaal te bepalen worden de waarderingen bepaald op een verlaagde, maar ook op een verhoogde curve. De toe te passen verlaging c.q. verhoging is vastgelegd binnen de Solvency-II-regelgeving. Om een keuze te maken tussen het opwaartse of neerwaartse scenario wordt gekeken welk scenario de grootste netto impact heeft, dus met medeneming van het verlies compenserend effect van technische voorzieningen.
De impact van het opwaartse en neerwaartse scenario is mede afhankelijk van de absolute hoogte van de rentetermijnstructuur in het basis-scenario. EIOPA verstrekt de rentetermijnstructuur per valutasoort. DELA bezit een substantiële portefeuille vastrentende waarden genoteerd in vreemde valuta. Wanneer de rentetermijnstructuur bij betreffende valuta vergelijkbaar is met die van de euro zal de impact van de renteschokken nauwelijks afwijken van de schokken in euro’s. Bij valuta waar de rentetermijnstructuur op een hoger niveau ligt, is er wel een materieel effect in vergelijking met de euro zichtbaar. Voor valuta waarvoor de rentetermijnstructuur anders is dan de rentetermijnstructuur in euro, is een berekening doorgevoerd gebaseerd op die afwijkende rentetermijnstructuur en corresponderende schokken.
In onderstaande tabel worden de resultaten van de schokken op de rentetermijnstructuur weergegeven. Het totale effect bestaat uit de waardeverandering in de rentedragende assets verhoogd met de waardeveranderingen in de verzekeringstechnische voorzieningen. In de onderstaande tabel is de blootstelling van de assets weergegeven. De gehele technische voorziening is direct, maar ook via de winstdeling gevoelig voor de renteschokken.
Renterisico
Na herverzekering, bedragen x € 1.000
bedragen per 31-12-2023 | bedragen per 31-12-2022 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Blootstelling | Bruto | Netto | Blootstelling | Bruto | Netto | |
SCR renterisico - opwaarts scenario | 3.082.097 | 182.273 | - | 2.874.373 | 230.589 | - |
SCR renterisico - neerwaarts scenario | 3.082.097 | - | - | 2.874.373 | - | - |
SCR renterisico - vereist kapitaal | 3.082.097 | 182.273 | - | 2.874.373 | 230.589 | - |
Per 31-12-2023 is de opwaartse renteschok leidend. Het renterisico van de beleggingsportefeuille is afgenomen, doordat de duration van de vastrentende beleggingen in 2023 is ingekort. Omdat het bruto renterisico van de verzekeringsportefeuille vrijwel onveranderd is, daalt per saldo het bruto renterisico.
De mitigerende werking van de winstdeling zorgt er evenals in 2022 voor dat het netto renterisico nul is.
C.2.2. Aandelenrisico
Het aandelenrisico is het risico dat de aandelenkoersen wijzigen waardoor er een verlaging van het kernvermogen plaatsvindt.
De aandelenportefeuille wordt verdeeld in twee types aandelen:
- Type 1: Beursgenoteerde beleggingen in aandelen in gereglementeerde markten in landen die lid zijn van de European Economic Area of de OESO;
- Type 2: Overige aandelen: onder te verdelen in infrastructuur, strategische deelnemingen en overige type 2 aandelen.
Het benodigd kapitaal is gelijk aan de daling van het kernvermogen als gevolg van een schok (daling) in de aandelenkoersen. De hoogte van de schokken die moet worden toegepast is voorgeschreven in de Solvency-II-regelgeving. Deze schok bestaat uit een basisschok (Type 1: 39%; Type 2 infrastructuur: 30% of 36% afhankelijk van de classificatie; Type 2 strategische deelnemingen: 22%; Type 2 overig: 49%; aandelen die worden aangehouden voor de lange termijn: 22%) verhoogd met de door EIOPA maandelijks gepubliceerde symmetrische aanpassing in de mate waarop deze van toepassing is (2023: 1,46%; 2022: -3,02%). DELA maakt geen gebruik van de categorie 'aandelen voor de lange termijn'.
C.2.2.1. Strategische deelnemingen
Voor strategische deelnemingen geldt een aandelenschok van 22%.
De deelnemingen in DELA Holding N.V., DELA Holding Belgium N.V., Voor Elkaar Holding N.V. en DELA Depositofonds B.V. worden door DELA Coöperatie als strategische deelnemingen aangemerkt. Er is getoetst of deze deelnemingen voldoen aan de voorwaarden van artikel 171 van de Gedelegeerde Verordening. De conclusie is dat dit het geval is.
C.2.2.2. Samenstelling van de aandelenportefeuille
Onderstaande grafieken laten de samenstelling van de aandelenportefeuille naar sectoren en regio’s zien. Hierbij zijn de beleggingen in fondsen meegenomen; de beleggingen in infrastructuur staan onder C.2.2.3 opgenomen.
De totale waarde exclusief strategische deelnemingen (ad € 99 miljoen) en beleggingen in infrastructuur (€ 1.099 miljoen) bedraagt ultimo 2023 € 1.962 miljoen (2022: € 1.800 miljoen). De stijging komt door de toename van het belegd vermogen onder meer als gevolg van de koersstijgingen van aandelen. De aandelenposities exclusief strategische deelnemingen van DELA Coöperatie zijn gelijk aan die van DELA Natura; andere entiteiten bezitten geen beleggingen in aandelen.
Uit de onderstaande grafieken wordt duidelijk dat het aandelenrisico goed gediversificeerd is naar sectoren. DELA belegt een beperkt deel van haar portefeuille in emerging markets.
Daarnaast zijn de aandelenposities over de gehele wereld gespreid, zoals uit onderstaande grafiek blijkt:
De relatieve posities in sectoren en regio's zijn in 2023 niet wezenlijk veranderd.
C.2.2.3. Beleggingen in infrastructuur
In 2023 zijn de beleggingen in infrastructuurfondsen verder uitgebouwd van € 1.000 miljoen naar € 1.099 miljoen belegd vermogen. Door leverage is de exposure in infrastructuur hoger dan het belegd vermogen, namelijk € 1.119 miljoen.
Voor beleggingen die kwalificeren als infrastructuurproject respectievelijk infrastructuurentiteit geldt een aandelenschok van 30% respectievelijk 36%, verhoogd met 77% respectievelijk 92% van de door EIOPA maandelijks gepubliceerde symmetrische aanpassing (2023: 1,46%; 2022: -3,02%). Een klein deel van de beleggingen in infrastructuur voldoet niet aan de criteria voor een infrastructuurproject en infrastructuurentiteit en daarvoor geldt een aandelenschok van 49% verhoogd met de symmetrische aanpassing.
In de tabel hieronder is de samenstelling van de blootstelling weergegeven.
Samenstelling infrastructuurfondsen
In % van de blootstelling
31-12-2023 | 31-12-2022 | |
---|---|---|
Infrastructuur projecten | 11% | 13% |
Infrastructuur entiteiten | 78% | 77% |
Niet kwalificerend (aandelen type 2) | 10% | 11% |
100% | 100% |
C.2.3. Vastgoedrisico
Het vastgoedrisico is het risico dat de vastgoedprijzen dalen waardoor er een verlaging van het kernvermogen plaatsvindt. Het benodigd kapitaal is gelijk aan de daling van het kernvermogen als gevolg van een schok (daling) van de waarde van de vastgoedbeleggingen. De vastgoedschok bedraagt conform Solvency-II-regelgeving 25%.
De vastgoedportefeuille bevat zowel direct vastgoed in Nederland als beleggingen in vastgoedfondsen. In onderstaande grafiek is de portefeuille opgedeeld naar de verschillende soorten vastgoed die DELA in deze portefeuille heeft. In de afgelopen jaren is een groot deel van het directe Nederlandse winkelvastgoed afgestoten en dat is grotendeels herbelegd in vastgoedfondsen. Daardoor is in 2023 het aandeel van winkels in de vastgoedportefeuille opnieuw verder gedaald. In 2023 zijn de beleggingen in land- en bosbouwfondsen uitgebreid, waardoor het aandeel van enkele andere categorieën is afgenomen.
De waarde van de vastgoedportefeuille bedroeg voor DELA Coöperatie per ultimo 2023 € 2.550 miljoen (2022: € 2.628 miljoen). De daling komt met name door verliezen op de vastgoedfondsen.
De waarde van het vastgoed van DELA Coöperatie is € 23 miljoen hoger (2022: € 42 miljoen) dan van DELA Natura. Dat betreft crematoria en uitvaartcentra. De daling van dit bedrag komt doordat een deel van het vastgoed van DELA Coöperatie in 2023 is overgeheveld naar DELA Crematoria Groep, een dochtermaatschappij van DELA Natura.
Door leverage is de exposure in vastgoed € 617 miljoen hoger dan het belegd vermogen.
C.2.4. Spreadrisico
Het spreadrisico is het risico dat de creditspreads op vastrentende waarden stijgen. Door deze stijging daalt de waarde van de vastrentende portefeuille. Voor dit risico dient kapitaal aangehouden te worden. De vastrentende waarden worden uitgesplitst in:
- obligaties en leningen (in verschillende varianten);
- securitisaties;
- krediet derivaten die niet bedoeld zijn voor hedging doeleinden.
Binnen de voorgeschreven categorisering beschikt DELA alleen over overheidsobligaties, bedrijfsobligaties en leningen. Overige producten zijn niet van toepassing.
Het benodigd kapitaal is gelijk aan de daling van het kernvermogen als gevolg van een stijging van de creditspreads. Hiertoe wordt de impact van de gewijzigde creditspread bepaald op het niveau van de individuele obligaties c.q. leningen. Deze impact is afhankelijk van het soort obligatie, de marktwaarde, de modified duration en de rating van betreffende obligatie / lening.
Het spreadrisico van DELA Natura is identiek aan dat van DELA Coöperatie.
In onderstaande grafiek worden de blootstellingen aan vastrentende waarden verdeeld naar sectoren en binnen die sectoren naar rating. De totale blootstelling aan vastrentende waarden bedraagt € 2.546 miljoen (2022: € 2.418 miljoen). De stijging komt door groei van het belegd vermogen.
De verdeling in categorieën is enigszins gewijzigd, maar de verdeling naar rating is stabiel gebleven in vergelijking met 2022. DELA maakt gebruik van de “second best rating”. Hierbij wordt gekeken naar de ratings van de grotere rating-agencies, indien er tenminste twee ratings zijn voor een belegging wordt degene genomen die op een na hoogst is. Dit is conform Solvency-II richtlijnen.
In onderstaande grafiek wordt de verdeling naar regio’s weergegeven. Aangezien blootstellingen niet noodzakelijkerwijs in lokale valuta zijn, kan hier geen conclusie uit worden getrokken betreffende de verdeling naar valuta.
Ook in de verdeling naar regio's waren er geen grote verschuivingen.
C.2.5. Valutarisico
Valutarisico is het risico dat ontstaat door veranderingen in de volatiliteit en de hoogte van wisselkoersen. Het valutarisico is van toepassing op alle beleggingen in vreemde valuta. Voor dit valutarisico dient kapitaal aangehouden te worden. Bij de bepaling van dit kapitaal wordt gekeken naar het kapitaalvereiste voor een opwaartse valutaschok en het kapitaalvereiste voor een neerwaartse valutaschok. De schok die het meest nadelige effect heeft op de financiële positie is bepalend voor de hoogte van het kapitaalvereiste.
Voor vreemde valuta die niet gekoppeld zijn aan de euro wordt een opwaartse valutaschok van 25% en een neerwaartse valutaschok van -25% gehanteerd. Voor vreemde valuta die gekoppeld zijn aan de euro, worden lagere schokken gehanteerd, conform Solvency-II-regelgeving.
DELA gebruikt valutaderivaten om haar exposure voor het valutarisico te beperken. Het valutarisico binnen de portefeuille vastrentende waarden is in principe 90% afgedekt, met uitzondering van valuta in opkomende markten waarbij hedging een groot deel van het verwacht rendement zou wegnemen. Dit risico wordt dus bewust genomen. Binnen de aandelenportefeuille, vastgoedportefeuille en infrastructuurportefeuille wordt een gedeelte van het valutarisico bewust geaccepteerd omdat een goed gespreide valutaportefeuille hier werkt als extra diversificatie. Uiteindelijk wordt 50% gehedged omdat uit eigen onderzoek blijkt dat het meest optimaal hedgepercentage te zijn. Bij dit percentage worden de valutarisico’s in belangrijke mate gereduceerd terwijl er tegelijkertijd voldoende mogelijkheden resteren om met het niet afgedekte deel risico’s te diversificeren.
Hedging vindt alleen plaats als het om significante posities gaat (zijnde boven de 1% van de totale assetmix) en valuta in opkomende markten worden niet gehedged.
De hedge voldoet aan de voorwaarden zoals Solvency-II deze stelt en kan derhalve mee worden genomen in de berekeningen voor het benodigde kapitaal. De hedge wordt elke 3 maanden afgewikkeld en doorgerold op basis van de actuele beleggingsposities en de contractueel vastgestelde limieten. Er wordt een bandbreedte van +/- 3% gehanteerd voor de hedges van de vastrentende waarden en 5% voor de hedges van aandelen en real assets. Alleen indien de hedgepositie buiten de bandbreedte komt, wordt de hedge tussentijds in principe binnen 5 werkdagen na over- dan wel onderschrijding aangepast.
DELA heeft alleen verzekeringsverplichtingen luidend in euro, derhalve is er geen directe valutaexposure voor de verzekeringstechnische verplichtingen. Door de winstdeling is er indirect wel exposure voor het valutarisico, doordat de winstdeling mede afhankelijk is van de beleggingen.
In onderstaande tabel worden de valuta met de hoogste netto-exposures op de assetzijde getoond.
Valutarisico 31-12-2023
Bedragen x € 1 miljoen
Assets | Hedge | Netto blootstelling | |
---|---|---|---|
United States dollar | 2.551 | 1.548 | 1.003 |
Hong Kong dollar | 160 | - | 160 |
South Korean won | 157 | - | 157 |
British pound sterling | 340 | 202 | 138 |
Japanese yen | 242 | 116 | 126 |
Australian dollar | 219 | 109 | 111 |
Singapore dollar | 108 | - | 108 |
New Taiwan dollar | 89 | - | 89 |
Mexican peso | 87 | - | 87 |
Indian rupee | 72 | - | 72 |
Overige 29 valuta | 658 | 64 | 595 |
Totaal | 4.684 | 2.038 | 2.646 |
Valutarisico 31-12-2022
Bedragen x € 1 miljoen
Assets | Hedge | Netto blootstelling | |
---|---|---|---|
United States dollar | 2.428 | 1.453 | 975 |
Hong Kong dollar | 177 | - | 177 |
South Korean won | 147 | - | 147 |
British pound sterling | 337 | 209 | 129 |
Japanese yen | 222 | 97 | 125 |
Australian dollar | 214 | 97 | 117 |
Singapore dollar | 91 | - | 91 |
New Taiwan dollar | 81 | - | 81 |
Mexican peso | 65 | - | 65 |
Indian rupee | 64 | - | 64 |
Overige 29 valuta | 614 | 72 | 542 |
Totaal | 4.442 | 1.928 | 2.514 |
C.2.6. Concentratierisico
Het concentratierisico is het risico dat de beleggingen onvoldoende gespreid zijn, waardoor de gevoeligheid voor een bepaalde specifieke belegging te groot is. Voor de bepaling van het benodigde kapitaal voor het concentratierisico wordt gekeken naar de beleggingen die vallen onder het aandelenrisico, het spreadrisico en het vastgoedrisico. Beleggingen die vallen onder het tegenpartijrisico, worden bij de bepaling van het concentratierisico niet meegenomen. Per ultimo 2023 was er geen concentratierisico inzake beleggingen op de balans aanwezig.
Ook voor verzekeringstechnische risico’s en tegenpartij-kredietrisico's kan er in principe sprake zijn van concentratierisico’s. Gezien de aard van de verzekeringsdekkingen (grotendeels uitvaartverzekeringen, blootstelling risicoverzekering is maximaal € 300.000 per verzekerde) en van de tegenpartijen (hypotheekgevers, herverzekeraars, tussenpersonen) is op die gebieden geen sprake van onvoldoende spreiding.
C.2.7. Diversificatie-effect marktrisico’s
Hierboven staan alle scenario’s benoemd die onder Solvency-II conform het standaardmodel dienen te worden doorgerekend. Ieder voor zich vormen ze het 1 in 200 jaar scenario voor het betreffende risico. In de praktijk zullen deze risico’s zich niet allemaal tegelijkertijd manifesteren. Daarom wordt middels de onder het standaardmodel voorgeschreven correlatiematrix voor marktrisico’s een correctie bepaald, het diversificatie-effect.
C.2.8. Risicobeperkende maatregelen
DELA maakt gebruik van risicobeperkende maatregelen om de negatieve gevolgen van economische omstandigheden zoveel mogelijk te beperken. Onder deze maatregelen, die deels ook al ten behoeve van verzekeringstechnische risicobeperking in paragraaf C.1.10 zijn beschreven, worden geschaard:
- dekkingsgraadafhankelijke winstdeling; zie ook verlies compenserend effect van de technische voorzieningen voor een verdere toelichting;
- premiemaatregel; zie ook paragraaf C.1.10 voor een verdere toelichting;
- afdekking van het valutarisico; zie ook paragraaf C.2.5 voor een verdere toelichting;
- het stellen van onderpandvereisten, bijvoorbeeld bij valutahedges en security lending.
C.2.9. Vereist kapitaal marktrisico’s
In de onderstaande tabel zijn de marktrisico’s van DELA ná herverzekering opgenomen. Hierbij zijn 3 kolommen opgenomen te weten “Blootstelling”, “Bruto” en “Netto”. De kolom “Blootstelling” laat zien welk deel van de totale beleggingen blootstaat aan betreffend marktrisico. De technische voorzieningen zijn via de winstdeling wederom volledig gevoelig voor alle marktschokken.
De kolom “Bruto” laat het vereist kapitaal zien wanneer er géén rekening wordt gehouden met het verlies compenserend effect van de technische voorzieningen. De kolom “Netto” laat het vereist kapitaal zien waarbij hier wel rekening mee wordt gehouden.
Marktrisico DELA Coöperatie
Omschrijving | bedragen per 31-12-2023 | bedragen per 31-12-2022 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Blootstelling (excl. leverage) | Bruto | Netto | Blootstelling (excl. leverage) | Bruto | Netto | |
Renterisico | 3.082.097 | 182.273 | - | 2.874.373 | 230.589 | - |
Aandelenrisico | 3.159.855 | 1.165.220 | 590.708 | 2.870.021 | 969.357 | 545.744 |
Vastgoedrisico | 2.555.090 | 766.847 | 381.255 | 2.627.741 | 763.771 | 414.857 |
Spreadrisico | 2.546.980 | 214.115 | 112.535 | 2.418.043 | 233.846 | 131.424 |
Valutarisico | 4.684.018 | 626.037 | 311.843 | 4.441.950 | 608.501 | 335.708 |
Concentratierisico | - | - | - | - | ||
Diversificatie marktrisico | -712.979 | -276.640 | -732.682 | -294.184 | ||
SCR marktrisico | 2.241.514 | 1.119.702 | 2.073.382 | 1.133.548 |
In de onderstaande grafiek is de opbouw van het netto marktrisico grafisch weergegeven.
Uit de tabel blijkt dat de bruto risico’s zijn gestegen. De beleggingsmix is in 2023 nauwelijks gewijzigd en de stijgingen zijn het gevolg van groei van het belegd vermogen, zowel door positieve cash-flow uit de verzekeringsportefeuilles als door gerealiseerde beleggingsrendementen. Bij vastgoed was het beleggingsrendement negatief en dat verklaart waarom de marktwaarde van beleggingen in vastgoed is afgenomen. Omdat de mitigerende werking van de winstdeling is toegenomen, is het netto marktrisico per saldo licht gedaald.
In de grafiek hieronder is de opbouw van de SCR voor het marktrisico van DELA weergegeven, met als startpunt de SCR voor marktrisico van DELA Natura. De grafiek laat alleen de onderdelen zien waarvan deze SCR van DELA Coöperatie afwijkt van de SCR van DELA Natura.
In vergelijking met de SCR van DELA Natura worden de volgende elementen van de SCR toegevoegd c.q. gewijzigd:
- aandelenrisico gerelateerd aan de deelnemingen binnen DELA Coöperatie;
- vastgoedrisico betreffende de panden van DELA Uitvaartverzorging N.V.
C.3. Kredietrisico
Kredietrisico (ook wel: tegenpartij-kredietrisico) is het risico dat verliezen optreden door een onverwacht in gebreke blijven of een onverwachte verslechtering van de kredietwaardigheid van de tegenpartijen en debiteuren van een verzekeraar. Beleggingen die vallen onder spreadrisico worden niet meegenomen bij de bepaling van het kredietrisico.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen Type 1 kredietrisico en Type 2 kredietrisico.
Blootstelling van Type 1 betreft:
- risicolimiteringsovereenkomsten zoals herverzekeringsovereenkomsten, verzekeringssecuritisaties en derivaten;
- kasmiddelen;
- deposito’s bij cederende ondernemingen als het aantal singlename blootstellingen niet meer dan 15 bedraagt;
- ontvangen toezeggingen die opgevraagd maar niet-gestort zijn als het aantal singlename blootstellingen niet meer dan 15 bedraagt;
- garanties en kredietbrieven.
Blootstellingen van Type 2 bestaan uit alle kredietblootstellingen die niet vallen onder spreadrisico en die geen blootstelling van Type 1 zijn, inclusief het volgende:
- vorderingen op intermediairs;
- debiteuren;
- hypotheekleningen;
- deposito’s bij cederende ondernemingen als het aantal singlename blootstellingen meer dan 15 bedraagt;
- ontvangen toezeggingen die opgevraagd maar niet-gestort zijn als het aantal singlename blootstellingen meer dan 15 bedraagt.
In de onderstaande tabel zijn de kredietrisico’s ná herverzekering opgenomen voor zover deze van toepassing zijn.
De omvang van het kredietrisico is in 2023 niet significant gewijzigd.
Kredietrisico DELA Coöperatie
Bedragen x € 1.000
31-12-2023 | 31-12-2022 | |
---|---|---|
Type I | 24.431 | 26.061 |
Type II | 17.392 | 15.687 |
Diversificatie | -2.622 | -2.524 |
SCR tegenpartijrisico | 39.201 | 39.224 |
C.3.1. Hypotheken
DELA heeft twee hypotheekportefeuilles met een totale nominale waarde van € 534 miljoen. Beide portefeuilles worden hierna toegelicht.
DELA verstrekt via DELA Hypotheken B.V. hypotheken. De portefeuille beperkt zich tot hypotheken die onder de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) zijn afgegeven. Hierdoor is het kredietrisico beperkt. Ultimo 2023 staat voor € 149 miljoen nominale waarde (2022: € 162 miljoen) aan hypotheken uit. De actuele waarde van deze hypotheken ultimo 2023 is € 145 miljoen.
Daarnaast wordt belegd in hypotheken zonder hypotheekgarantie via een beleggingsfonds. Ultimo 2023 is de nominale waarde van onze participatie hierin € 446 miljoen (2022: € 357 miljoen). De actuele waarde van onze participatie in dit fonds bedroeg ultimo 2023 € 389 miljoen.
In 2023 waren er geen afwaarderingen op hypotheekvorderingen.
C.3.2. Derivaten
DELA bezit derivaten in het kader van haar valutahedge. Doel daarvan is het gedeeltelijk afdekken van het valutarisico. De doorrol van de derivatenposities is in contracten met de uitvoerende partijen vastgelegd, waarbij telkens de actuele balansposities als uitgangspunt dienen. Er is een 3-maandelijkse doorrol. Zie ook paragraaf C.2.5.
Conform Solvency-II-regelgeving wordt bij de berekening van het tegenpartijrisico op derivaten ook het risicolimiteringseffect meegenomen.
De derivatenstrategie wordt door de afdeling vermogensbeheer gemonitord.
C.3.3. Herverzekering
DELA heeft een deel van de volgende portefeuilles herverzekerd:
- de portefeuille “tijdelijke overlijdensrisicoverzekering tegen premiebetaling” in Nederland;
- de portefeuille “tijdelijke overlijdensrisicoverzekering tegen premiebetaling” in Duitsland.
Het betreft hier twee herverzekeraars die elk herverzekeraar zijn van een deel van één van de bovenstaande portefeuilles.
De herverzekeraars hebben op balansdatum een kredietkwaliteitscategorie 1 respectievelijk 2. Conform Solvency-II-regelgeving wordt bij de berekening van het tegenpartijrisico op herverzekeraars ook het risicolimiteringseffect meegenomen. Het herverzekeringsbeleid wordt eens per drie jaar geëvalueerd op effectiviteit en doeltreffendheid waarna noodzakelijke/gewenste wijzigingen in het nieuwe beleid worden opgenomen.
In 2023 is de herverzekering van een oude portefeuille in run-off beëindigd.
C.3.4. Securities lending
DELA heeft een portefeuille “securities lending”. Dit houdt in dat aandelen en obligaties tijdelijk worden uitgeleend tegen een vergoeding. DELA blijft hierbij economisch eigenaar. De onderliggende aandelen blijven op de balans staan en worden in de reguliere marktschokken meegenomen. Er ontstaat in de basis een kredietrisico, immers de tegenpartij dient na afloop van de uitleenperiode de aandelen terug te geven. Dit risico wordt gemitigeerd door enerzijds stringente eisen te stellen aan de partijen waaraan wordt uitgeleend, anderzijds door een sterk onderpand te eisen met minimaal dezelfde waarde als de uitgeleende aandelen. De custodian draagt zorg voor deze transacties. Indien een partij haar afspraken niet nakomt, is DELA gerechtigd het onderpand te gelde te maken. Het onderpand voldoet aan de eisen zoals gesteld in artikel 214 van de uitvoeringsmaatregelen. Conform richtsnoer 8 uit de omgang met markt- en tegenpartijrisico’s in de standaardformule wordt deze positie meegenomen bij de bepaling van het kredietrisico.
Securities lending
Bedragen x € 1.000
31-12-2023 | 31-12-2022 | |
---|---|---|
Uitgeleende securities | 408.386 | 518.645 |
Onderpand | 421.773 | 536.186 |
Ratio afdekking | 103,3% | 103,4% |
De laatste maanden van 2022 was er een sterke stijging van de vraag naar het uitlenen van staatsobligaties. Dat was eind 2023 niet het geval, waardoor de omvang is afgenomen.
C.4. Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat DELA op enig moment niet aan haar financiële verplichtingen jegens polishouders of andere crediteuren kan voldoen omdat activa niet snel genoeg verhandeld kunnen worden. Liquiditeitsrisico wordt binnen Solvency-II niet in een kapitaalseis (SCR) uitgedrukt en wordt derhalve hier kwalitatief besproken.
DELA dient voldoende liquiditeiten ter beschikking te hebben om claims uit te kunnen betalen die voortvloeien uit de gesloten verzekeringsovereenkomsten, maar ook om de overige jaarlijkse lasten te kunnen betalen. DELA beschikt over kredietfaciliteiten, onder meer bij een bank en bij de custodian van de aandelen en obligaties.
De verzekeringstechnische verplichtingen hebben een zeer lange looptijd en de komende jaren zal er naar verwachting nog een grote netto instroom van gelden plaatsvinden. Stresstesten hebben uitgewezen dat een belang tot maximaal 60% aan illiquide beleggingen binnen de strategische assetmix acceptabel is. Tevens is er een ondergrens van 5% van de gehele portefeuille aan staatsobligaties met een hoge rating.
In het kader van het opstellen / periodiek herijken van de strategische beleggingsmix wordt aandacht besteed aan de actuele en toekomstige liquiditeitspositie. DELA heeft als risk appetite dat tenminste 40% van de beleggingen liquide is, waarmee is gewaarborgd dat ten allen tijde aan de liquide verplichtingen kan worden voldaan.
De inkomstenstroom is verspreid over een groot aantal tegenpartijen. Het werkkapitaal (kortlopende vorderingen alsmede liquide middelen minus kortlopende schulden) bedraagt per eind 2023 € 101 miljoen (2022: € 79 miljoen).
Ultimo 2023 beschikte DELA onder andere over kasgeld en aanverwante middelen, liquide staatsobligaties alsmede over overige obligaties en aandelen. Mocht de inkomende kasstroom uit premies, renteontvangsten en aflossingen op enig moment onvoldoende zijn om de uitgaande kasstroom te financieren dan zijn er binnen de portefeuille voldoende liquide beleggingen aanwezig om aan de verplichtingen te kunnen voldoen.
De hypothekenportefeuille en de real assets worden niet onder de liquide beleggingen gerekend.
Op basis van de verzekeringsportefeuille per ultimo 2023 zijn kasstromen te verwachten zoals die in de tabel hieronder staan. De kasstromen zijn opgesteld op basis van de reële gegarandeerde verplichtingen; de kapitaalstijgingen alsmede de premiestijgingen uit hoofde van de uitvaartkosteninflatie en de effecten van winstdeling en premiemaatregel zijn dus opgenomen. Door groei van de verzekeringsportefeuille zijn de verwachte kasstromen uit de verzekeringsportefeuille toegenomen.
Voor de kasstromen uit beleggingen is alleen rekening gehouden met rentebetalingen en aflossingen op vastrentende waarden die per ultimo 2023 in portefeuille zijn. In de tabel is zichtbaar dat de duration van de portefeuille is ingekort in 2023. Bij de kasstromen uit beleggingen is geen rekening gehouden met huuropbrengsten vastgoed, aandelendividenden, verkoop van aandelen en vastgoed en dergelijke en ook niet met voortijdige verkoop van vastrentende waarden. Ook zonder deze potentiële inkomende kasstromen zijn er op basis van de huidige balans minimaal 10 jaar voldoende liquiditeiten.
Liquiditeitsrisico - kapitaalbehoefte
Bedragen x € 1.000
Jaar 1 | Jaar 2 tm 5 | Jaar 6 tm 10 | Jaar 11 tm 20 | Jaar 21 tm 30 | > Jaar 30 | |
---|---|---|---|---|---|---|
2023 | ||||||
Kasstromen vastrentende waarden | 351.193 | 1.612.920 | 1.347.257 | 526.435 | 200.363 | 234.800 |
Verzekeringstechnische verplichtingen | 218.774 | 456.394 | -7.316 | -1.576.375 | -2.847.452 | -11.101.292 |
Totaal | 569.967 | 2.069.314 | 1.339.940 | -1.049.940 | -2.647.090 | -10.866.491 |
2022 | ||||||
Kasstromen vastrentende waarden | 350.522 | 1.344.601 | 1.233.824 | 749.657 | 313.799 | 266.971 |
Verzekeringstechnische verplichtingen | 202.007 | 371.290 | -74.851 | -1.549.746 | -2.683.249 | -10.380.240 |
Totaal | 552.529 | 1.715.891 | 1.158.972 | -800.090 | -2.369.450 | -10.113.269 |
De verzekeringskasstromen die gerelateerd zijn aan optiewaarden zijn verfijnd. Daarom zijn de cijfers van 2022 aangepast.
C.4.1. Expected profit included in future premiums
Onder “Expected profit in future premiums” (EPIFP) wordt het verschil bepaald tussen de waarde van de Best Estimate op normale grondslagen en de Best Estimate uitgaande van direct wegvallen van de premiebetaling onder gelijktijdige verlaging van de verzekerde aanspraken. Daarbij zijn de aanspraken per polis berekend als het aankopen van premievrije dekkingen met een koopsom ter grootte van de afkoopwaarde van de betreffende polis. Hierbij is verondersteld dat de premievrije aanspraken worden aangekocht tegen actuele Solvency-II-grondslagen. In onderstaande tabel is de waarde na herverzekering per ultimo 2023 weergegeven en ter vergelijking die van 2022.
Expected profit included in future premiums (EPIFP)
Bedragen x € 1.000
31-12-2023 | 31-12-2022 | |
---|---|---|
EPIFP | 1.156.442 | 1.143.644 |
De EPIFP bevat voor de Nederlandse portefeuille onder andere:
- de waarde van toekomstige indexaties van de uitvaartverplichtingen en daarbij horende premies; en
- de waarde van de premiemaatregel; verminderd met
- de waarde van de winstdelingsoptie.
Als een polis wordt premievrij gemaakt voor de einddatum premiebetaling, dan is immers ook geen sprake meer van een waardevaste toekomstige uitkering en dus ook geen indexatie van de verplichtingen. Ook zal geen premiemaatregel meer doorgevoerd kunnen worden. De winstdeling zal vervallen aangezien er bij het volledige wegvallen van de premiebetaling geen basis meer voor winstdeling aanwezig zal zijn.
De stijging ten opzichte van eind 2022 is in lijn met de groei van de technische voorzieningen.
C.5. Operationeel risico
Het operationeel risico bestaat uit de risico’s die voortkomen uit invloeden van buitenaf, uit het falen van mensen, processen en systemen of het niet tijdig voldoen aan wetgeving. Maatregelen zoals scherpe protocollen, procedures, interne controles, Control Self Assessments, risico-inventarisaties etc. zorgen voor een beperking van deze risico’s.
De berekening van het operationeel risico neemt herverzekering niet mee. In onderstaande tabel is het voor deze risico’s aan te houden kapitaal conform het standaard model van Solvency-II terug te vinden.
Operationeel risico
Bedragen x € 1.000
31-12-2023 | 31-12-2022 | |
---|---|---|
SCR operationeel risico | 28.856 | 28.440 |
Het aan te houden kapitaal is licht gestegen.
Voor een nadere toelichting op operationeel risico wordt verwezen naar paragraaf B.3.5.
C.6. Overige materiële risico’s
C.6.1. Uitvaartkosteninflatie
Het standaardmodel bevat geen uitvaartkosteninflatierisico. DELA Natura heeft een jaarlijkse prijsafspraak met DELA Uitvaartverzorging N.V. over een vaste verrekenprijs. Hoewel de verhoging van verzekerde aanspraken grotendeels gefinancierd wordt door behaalde (beleggings)resultaten en premieverhogingen, is dit risico toch van belang. In de ORSA wordt hieraan dan ook specifiek aandacht besteed. Voor de uitvaartkosteninflatie wordt jaarlijks onderzoek uitgevoerd naar het verband tussen de prijsinflatie en de uitvaartkosteninflatie. Hierbij wordt verondersteld dat het verschil tussen de prijsinflatie en de uitvaartkosteninflatie een constante is. DELA heeft enigszins invloed op de ontwikkeling van de uitvaartkosteninflatie en volgt de ontwikkeling van de uitvaartkosteninflatie nauwgezet gedurende het jaar.
C.6.2. Overige risico’s
Naast de bovengenoemde risico’s erkent DELA een aantal aanvullende risico’s. Dit betreft onder andere het reputatierisico, strategisch risico, duurzaamheidsrisico en immateriële-vaste activa-risico. Er stonden eind 2023 geen immateriële vaste activa op de Solvency-II-balans, derhalve bestaat er geen immateriële-activa-risico. Voor de overige risico’s geldt dat deze periodiek door het management beoordeeld worden en dat hiervoor, waar nodig, diverse risicobeheersmaatregelen zijn geïmplementeerd. Het resterende risico wordt derhalve als beperkt ervaren en DELA is derhalve van mening dat hiervoor geen aanvullende kapitaal aangehouden hoeft te worden.
C.7. Aanvullende informatie
Alle materiële risico’s zijn in voorgaande paragrafen toegelicht.
LAC-DT
Naast het verlies compenserend vermogen van de technische voorzieningen kent DELA ook verlies compenserend vermogen van belastingen (LAC-DT) ter grootte van € 277 miljoen per 31-12-2023. DELA is actief in Nederland, België en Duitsland:
- op de balans staat voor de Belgische verzekeringsactiviteiten een netto belastingvordering (Deferred Tax Asset, DTA) en na toepassing van de schokken van het standaardmodel neemt deze DTA toe. Voor de Belgische verzekeringsactiviteiten maximeert DELA de LAC-DT tot de netto DTL die op de balans staat. Dat heeft tot gevolg dat voor DELA België eind 2023 geen LAC-DT wordt meegenomen;
- voor de Nederlandse verzekeringsactiviteiten is er een significante belastingschuld (DTL) op de balans. Deze wordt grotendeels veroorzaakt door meerwaarden in vastgoed en aandelen die fiscaal op aanschafwaarde worden gewaardeerd, en minderwaarden in de technische voorzieningen. Ook na de toepassing van de schokken van het standaardmodel is er nog een DTL positie. Voor de Nederlandse verzekeringsactiviteiten kan de LAC-DT ter grootte van € 277 miljoen per 31-12-2023 worden onderbouwd met de DTL en verwachte toekomstige fiscale winsten;
- voor dat deel van de resultaten waarvoor er een belastingplicht is aan de Duitse belastingdienst, neemt DELA geen LAC-DT in aanmerking.
Overige informatie
DELA stelt of ontvangt zekerheden voor de posities in de valutaderivaten, afhankelijk van de waarde van deze derivaten. Ultimo 2023 had DELA voor deze derivaten zekerheden ontvangen. Daarnaast ontvangt DELA zekerheden als onderpand voor de securities-lending-positie.
DELA heeft geen materiële off-balance posten per 31 december 2023.